WOZ staat voor waardering onroerende zaken. De WOZ vloeit voort uit de Wet WOZ. De wet WOZ staat voor Wet Waardering Onroerende Zaken. De waardering van alle onroerende zaken ten behoeve van onder meer belastingheffing en het woningwaarderingsstelsel worden door middel van de wet WOZ geregeld. De waarde peildatum wordt 1 jaar voor het begin van het kalenderjaar vastgesteld. Dit is op grond van artikel 18 van de Wet WOZ. Drie overheden gebruiken de WOZ-waarde als grondslag voor belastingheffing. De drie overheden zijn de gemeente, belastingdienst en waterschap. Je krijgt een aanslagbiljet voor de belastingen. Dit krijg je van de gemeente en het waterschap. Daarnaast krijg je ieder jaar ook een WOZ-beschikking. Dit krijg je als je een eigenaar of huurder bent. In dit document staat de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Bezwaar tegen WOZ-waarde is mogelijk. Dit doe je bij de instantie die de beschikking heeft toegestuurd. Er zijn verschillende instanties die helpen bij het in bezwaar gaan tegen een beschikking. Een voorbeeld hiervan is WOZverminderen. Deze bedrijven maakt kosteloos bezwaar tegen de WOZ-waarde. Hiermee kun je jaarlijks gemiddeld € 250 besparen op de huur of op de belasting.

WOZ waarde object

In de wet WOZ wordt bepaald war een WOZ-object is. Volgens de wet is dat: ‘een gebouwd eigendom; een ongebouwd eigendom; een gedeelte van een gebouwd of een ongebouwd eigendom dat volgens indeling bestemd is om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt; een samenstel van twee of meer gebouwde of ongebouwde eigendommen, die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen.’. Dit is terug te vinden in artikel 16 van de wet WOZ. Er zijn een aantal criteria om een WOZ-object te afbakenen. De eerste criteria is dat het binnen 1 gemeente moet zijn. Er moet sprake zijn van 1 eigenaar en 1 gebruiker. Daarnaast moet een woning beschikken over een toilet en keuken om te spreken van een zelfstandig WOZ-object.